Skip to main content
Tax

Wat u moet weten over de maatschap als vehikel voor familiale planning

By 4 oktober 2024oktober 8th, 2024No Comments

Op een druilerige zomerdag besluit u een boek bij de hand te nemen. Niet zomaar één, maar de Vlaamse Codex Fiscaliteit, een regelrechte thriller. Wat u leest in hoofdstuk 7 van titel 2 doet u het angstzweet uitbreken, de tarieven van de erfbelasting. Die zijn niet min: tot 27% voor erfgenamen in rechte lijn (en voor de fans van echte horror: tot zelfs 55% (!) mocht die onfortuinlijke erfgenaam geen descendent of ascendent zijn, maar bijvoorbeeld uw broer of zus).

Ontzet leest u door en in het volgende hoofdstuk valt uw oog op percentages die heel wat gemakkelijker te verteren zijn: de tarieven van de schenkbelasting. Wat dacht u van 3% in rechte lijn of zelfs 0%! Al snel komt de ontnuchterende gedachte dat een schenking wel inhoudt dat u definitief afstand doet van het geschonken vermogen. Want “gegeven is gegeven”…

…of misschien toch niet helemaal. Het Belgisch recht biedt immers de mogelijkheid om met controlestructuren toch in zekere mate de touwtjes in eigen handen te houden. Een befaamd voorbeeld van een dergelijke controlestructuur is de veelbesproken maatschap.

De maatschap is een soort vennootschap die minimaal wettelijk geregeld is, wat maakt dat u als schenkende oprichter in grote mate zelf de spelregels ervan kan vastleggen en de statuten als het ware op uw maat kunnen worden geschreven. Ook de administratieve formaliteiten zijn beperkt: inschrijving in de KBO, registratie in het UBO-register, een beperkte administratie (meestal volstaat een eenvoudige boekhouding) en geen sprake van neerleggingen en publicaties van jaarrekeningen, aangiftes btw of vennootschapsbelasting. Een maatschap is immers ook “fiscaal transparant” wat dus zo veel wil zeggen als dat de fiscus er voor de belastingheffing “doorkijkt” of m.a.w. doet alsof ze niet bestaat.

Planning met een maatschap gebeurt in de regel als volgt: de ouders richten (al dan niet samen met hun kinderen) een maatschap op waarin zij een roerend vermogen (denk aan aandelen, beleggingsportefeuille, kunstcollectie…) inbrengen, waarvoor zij in ruil deelbewijzen in de maatschap verkrijgen. In de statuten worden de ouders benoemd als (quasi-onafzetbare) statutaire zaakvoerders. Om hen reeds vertrouwd te maken met het bestuur van de maatschap, worden de kinderen vaak ook mee benoemd in het college van zaakvoerders, zij het meestal met louter adviserende stem. De deelbewijzen worden vervolgens onder voorbehoud van vruchtgebruik aan de kinderen geschonken.

Als vruchtgebruikers beschikken de ouders over de zeggenschap van de deelbewijzen en kunnen zij ook na de schenking blijven genieten van de opbrengsten van het ingebrachte vermogen. Gaat het om ingebrachte aandelen, dan kunnen de ouders als zaakvoerders van de maatschap bovendien ook het stemrecht uitoefenen op de algemene vergadering van de onderliggende (familiale) vennootschap.

Voor de schenking van deze deelbewijzen is een notariële schenkingsakte nodig, wat inhoudt dat dit ook steeds de heffing van schenkbelasting met zich meebrengt. De tarieven: 3% in rechte lijn of wanneer het zou gaan om ingebrachte aandelen in een zogenaamde “familiale vennootschap” dan is dat aan 0% (of m.a.w. hetzelfde tarief als zouden deze aandelen rechtstreeks worden geschonken, u herinnert zich de fiscale transparantie).

Nu stelt u zich de vraag of het niet mogelijk is om eenzelfde controle te behouden met een zuivere schenking met voorbehoud van vruchtgebruik? In dat geval behouden de ouders-schenkers namelijk evengoed het recht op de inkomsten (zoals intresten en dividenden) en eventueel stemrechten van de geschonken goederen?

Het verschil zit in de mate van controle: als zaakvoerders van de maatschap hebben de ouders de mogelijkheid zelf te beslissen wat er gebeurt met het in de maatschap ingebrachte vermogen. Bijgevolg kunnen zij ook de beleggingsstrategie naar eigen inzicht aanpassen (bijvoorbeeld door de ingebrachte kunstcollectie te verkopen en de opbrengsten te beleggen in een effectenportefeuille), zonder hiervoor telkens de goedkeuring van hun kinderen te moeten vragen. Had u die kunstcollectie geschonken met voorbehoud van vruchtgebruik, dan zou u die enkel kunnen vervreemden mits expliciete toestemming van de kinderen-blote eigenaars.

Let wel, het voorgaande wil daarom nog niet zeggen dat u als zelfverklaarde “Roi Soleil” zomaar met het ingebrachte vermogen kan doen wat u wil. Hoewel de controlebevoegdheid van de zaakvoerder-schenker vaak zeer breed wordt omschreven in de statuten van de maatschap, blijft de maatschap een doelgebonden vermogen. De zaakvoerder moet bijgevolg ook steeds het belang van de maatschap en dus de andere vennoten in overweging nemen.

Een te verregaand controlevoorbehoud kan bovendien ook fiscale repercussies hebben, nu de Vlaamse Belastingdienst in dat geval zal oordelen dat er sprake is van fiscaal misbruik en de constructie in feite neerkomt op een schenking “onder de opschortende voorwaarde of termijn die vervuld wordt ingevolge het overlijden van de schenker”. Dit heeft tot gevolg dat het geschonken vermogen alsnog zou worden toegevoegd aan de nalatenschap en belast in de (hogere tarieven) van de erfbelasting.

Wil dat dan zeggen dat iedereen aan de maatschap moet? Zeker niet. Heeft u bijvoorbeeld een holding boven uw exploitatievennootschap, dan zal dit in de meeste gevallen kunnen volstaan door die zo te moduleren zodat bovenstaande resultaten ook bekomen worden zonder daar nog eens een maatschap bovenop te zetten (en dit heeft als voordeel dat u de spelregels niet zelf moet uitvinden en het risico heeft iets niet afdoende te regelen want die zijn voor iedereen be-/gekend want het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen legt die vast…), maar daarmee is dan wel uw collectie oldtimers of het Rubens-schilderij dat in de keuken hangt misschien niet geregeld qua successie…

 

Auteur: Kenneth Van Acker (5 september 2024)