Een heel interessante casus deed zich voor inzake de erfbelasting op familiebedrijven. VLABEL wrong zich in duizend bochten om betrokkenen de toepassing van de gunstige regel (lees: belast worden op de waarde van het bedrijf aan 3% in plaats van aan 9% of zelfs 27%) te ontzeggen. Het ging over een advocaat die vanuit zijn vennootschap zijn prestaties factureerde aan een CVBA die hij met meerdere advocaten samen had en die naar de uiteindelijke cliënten factureerde. “Pech” zei VLABEL: “Ge factureert niet naar eindklanten en een louter interne facturatie telt niet als nijverheids-, handels-, ambachts- of landbouwactiviteit”. “Dikke quatch” zei de rechtbank in Gent, “die mens levert wel degelijk prestaties en VLABEL’s extra voorwaarden staan niet in de wet.” Eerste horde genomen. “Jamaar”, jeremieerde VLABEL, “die vennootschap heeft ook een bestuursmandaat in die CVBA!”. “Quatch 2” riposteerde de rechtbank, “dat mandaat is onbezoldigd in casu en zelfs al was dat niet zo, dat maakt er nog geen loutere managementvennootschap van.” Alsof dat laatste wettelijk zou uitgesloten zijn, maar passons… Tweede horde achter de rug. “Awel hé” wist VLABEL niet van ophouden, “die vennootschap heeft 20% van de CVBA en is dus een holding.” “Ochottekes,” dacht de rechtbank, “die CVBA keert niet eens dividenden uit én gezien er prestaties zijn, geeft het geen pas om van een passieve holding te spreken.” Derde horde van de hordenloop gehaald.
Maar dan kwam het: gezien de advocaat overleden was en de erfgenamen geen juristen waren, konden ze niet langer “advocaatje spelen” en dreigde er aan de voorwaarde van het verderzetten van de activiteiten gedurende drie jaren niet voldaan te kunnen worden. Niet getreurd, toch niet wat dat betreft, de erfgenamen exploiteerden in de vennootschap na het overlijden van de advocaat een frituur nadat de statuten daaraan aangepast werden. “Zo niet hoor,” fulmineerde VLABEL, “het moet over dezelfde activiteit gaan!”. Daarop veegde de rechtbank VLABEL de mantel uit stellende dat ze de wetgeving blijkbaar helemaal niet begrijpt: er moet een activiteit verder gezet worden, niet “de” activiteit.
Lang verhaal kort: VLABEL bijt in het zand ondanks verwoede pogingen om wat expliciet in de wet voorzien is, te ontzeggen aan brave burgers. Zou dat in andere landen ook zo zijn, dat administraties zich vermoeien om mordicus gunstige regels beperkend uit te leggen en belastingplichtigen niet te gunnen wat wettelijk voorzien is…?
Auteur: Jan Baert (30 oktober 2024)