Skip to main content
Tax

Overweeg om de (Corona)verliezen van uw vennootschap privé ten laste te nemen

By 11 juni 2020No Comments

Heel wat vennootschappen zullen in de huidige crisis een boekhoudkundig (en fiscaal) verlies realiseren. Wanneer uw vennootschap zich in een dergelijke situatie bevindt, ze nood heeft aan liquiditeiten ter overbrugging van deze moeilijke periode en u persoonlijk nog over een mooie spaarpot beschikt, kan er worden geopteerd om die gelden aan de vennootschap te verstrekken onder de vorm van een geldlening. Een alternatieve en minder gekende piste is dat u deze gelden stort ter aanzuivering van deze verliezen en de betaalde som in aftrek brengt in uw aangifte personenbelasting.

De vennootschap waarin u bedrijfsleider bent, realiseert een verlies of sleept een verlies mee uit het verleden
Wanneer een vennootschap waarin u een mandaat van bestuurder of zaakvoerder heeft, een boekhoudkundig (overgedragen) verlies heeft en u dat persoonlijk geheel of gedeeltelijk ten laste neemt, kan u dat verlies onder bepaalde voorwaarden in uw aangifte personenbelasting als een aftrekbare beroepskost in mindering brengen.

Voorbeeld
Vennootschap ANGEL CAPITAL heeft bij de afsluiting van haar boekjaar per 31/12/2019 een overgedragen verlies
van € 25.000,00 op haar balans staan. Ingevolge de Coronacrisis is een groot deel van haar omzet weggevallen
en heeft zij nood aan bijkomende liquiditeiten. Haar bestuurder Camillia wenst € 20.000,00 te verstrekken om de
ergste nood te lenigen. Camillia haalt een maandelijkse brutobezoldiging van € 4.000,00 uit de vennootschap.

De meest eenvoudige piste is dat de geldsom van € 20.000,00 in ons voorbeeld op de R/C wordt geboekt. In betere tijden kan dat bedrag dan worden terugbetaald, eventueel nog verhoogd met interesten.

Maar wat brengt het op indien de bestuurder die geldsom definitief afstaat aan de vennootschap en de betaling in aftrek wordt gebracht als beroepskost in de aangifte personenbelasting van inkomstenjaar 2020?

De betaling levert ins ons voorbeeld Camillia de volgende besparing op:

Belastingvoordeel in de personenbelasting (stel 45%)                        € 9.000,00
Aanvullende gemeentebelasting (stel 7%)                                              € 630,00
Sociale bijdragen (stel 10% want deze zijn ook fiscaal aftrekbaar)   € 2.000,00
Totale persoonlijke besparing                                                                   € 11.630,00

Van de € 20.000,00 in ons voorbeeld kan de bestuurder dus € 11.630,00 recupereren. Maar wat gebeurt er bij de vennootschap? Het gestorte bedrag wordt daar als een boekhoudkundige opbrengst beschouwd. Indien er sprake is van fiscale verliezen en andere fiscale aftrekken (investeringsaftrek, ….) dan zullen deze hierop worden afgezet en volgt er geen onmiddellijke taxatie. Doch dit heeft als gevolg dat deze dan niet meer of alvast in mindere mate zullen kunnen worden aangewend voor toekomstige winsten die de vennootschap hoopt te realiseren.

In de veronderstelling dat de vennootschap niet kan genieten van het verlaagd tarief in de vennootschapsbelasting, moet er – zij het op middellange of lange termijn – met de volgende belastingdruk op de gestorte som rekening worden gehouden, en er daarbij van uitgaande dat de bestuurder-aandeelhouder de storting zal kunnen recupereren via een dividenduitkering:

Belastingnadeel in de vennootschapsbelasting (25%)                       € 5.000,00
Roerende voorheffing bij latere uitkering (stel 15%)                         € 2.250,00
Totale fiscale druk in vennootschap                                                      € 7.250,00

In ons voorbeeld lijkt het ons geen slecht idee dat de bestuurder de verliezen van haar vennootschap ten laste neemt. Het kan zelfs nog voordeliger indien de latere winsten worden belast aan het verlaagd tarief van 20% en indien er een liquidatiereserve kan worden aangelegd.

Strikt de voorwaarden opvolgen
Het hoeft niet gezegd dat de belastingadministratie dergelijke aftrek in uw aangifte personenbelasting met argusogen zal bekijken. Maar indien u zich mooi houdt aan de opgelegde wettelijke voorwaarden, dan mag u op beide oren slapen.

Op basis van artikel 53, 15° WIB’92 dient:

  • u persoonlijk en onvoorwaardelijk een geldsom te betalen aan de vennootschap;
  • de tenlasteneming van de verliezen te gebeuren met het oog op het behoud van uw periodieke bezoldiging uit de vennootschap;
  • de vennootschap de ontvangen gelden boekhoudkundig volledig aan te wenden ter aanzuivering van haar verliezen.

Wat betreft de periodieke bezoldigingen wordt er ook rekening gehouden met de voordelen alle aard die u geniet uit de vennootschap. Over hoe hoog uw brutobezoldiging precies moet zijn, wordt niets bepaald in de wet. Uiteraard zal de fiscus de aftrek betwisten indien er een ernstige wanverhouding bestaat tussen de in aftrek gebrachte verliezen en het bedrag van de beroepsinkomsten die de belastingplichtige gewoonlijk behaalt uit de vennootschap behaalt. Overdrijf niet en zorg voor voldoende onderbouw van het gestorte bedrag is hier de boodschap.

Uitzonderlijke opbrengst of verwerking via resultaatverwerking in de jaarrekening

De aanzuivering van verliezen kan boekhoudkundig op twee manieren gebeuren, zijnde:

  • Tijdens het boekjaar: in dat geval wordt de ontvangen geldsom geboekt als een uitzonderlijke niet-recurrente opbrengst
  • Bij het opstellen van de jaarrekening: bij de resultaatverwerking is hier een specifieke post “Tussenkomst van de vennoten in het verlies” voorzien en wordt het (overgedragen) verlies van het afgelopen boekjaar (deels) weggewerkt

Bij de eerste methode zal de aftrek in uw aangifte personenbelasting dus samenvallen met de boeking als opbrengst in uw vennootschap. Bij methode twee zal de tenlasteneming in uw aangifte personenbelasting pas gebeuren in het jaar van goedkeuring van de jaarrekening. De opbrengst wordt in dit geval al verwerkt in het afgesloten boekjaar.

Deze alternatieve methode om de nodige liquiditeiten te verstrekken aan uw vennootschap lijkt ons in bepaalde omstandigheden een interessante piste. Uiteraard zal dit afhangen van uw persoonlijke situatie en overlegt u bij voorkeur even vooraf met uw dossierbeheerder en/of eindverantwoordelijke bij Warfid.

Auteur: Bart Vermoesen (2 juni 2020)