“Vroeger was het beter” hoor je wel eens. Of dat klopt, weten we niet, maar we kunnen ons toch niet van de indruk ontdoen dat het vroeger simpeler was. Neem nu de registratierechten, sedert 1 januari hebben we daar nu het volgende keuzepallet:
- 0% bij inbrengen van niet-woningen in vennootschappen;
- 1% bij uit-onverdeeldheid-tredingen tussen echtgenoten of wettelijk samenwonenden;
- 2,5% bij andere uit-onverdeeldheid-tredingen;
- 5% bij aankopen van enige woningen door particulieren die binnen de 2 jaar daar gaan wonen én binnen de 5 jaar ingrijpende energetische wijzigingen aan het pand aanbrengen;
- 6% bij de normale aankopen van enige woningen door particulieren;
- 10% bij alle andere aankopen of bij inbrengen van woningen in vennootschappen;
- 12,5% bij aankopen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of in Wallonië.
Bij de 5% past het te vermelden dat het de bedoeling is om de termijn te verlengen naar 3 jaar. Onder ingrijpende energetische wijzigingen wordt grosso modo begrepen dat minstens de systemen die zaken zoals verwarming, koeling, warm water en ventilatie realiseren worden vervangen én dat minstens 75% van de buitenschil wordt geïsoleerd.
Let wel: er bestaat dan ook nog een vrijstelling op de eerste € 80.000,00 voor woningen die niet meer kosten dan
€ 200.000,00. En deze grens wordt in een 50-tal steden of gemeenten zelfs opgetrokken tot € 220.000,00. U ziet: dat gaat niet meer over het bos en de bomen, maar over takken en twijgjes…
Auteur: Jan Baert (4 februari 2020)