Skip to main content
Tax

De tijdelijke maatregel Tax Shelter “Corona” voor bestaande ondernemingen kan u een mooie belastingvermindering opleveren

By 11 augustus 2020september 1st, 2020No Comments

Ingevolge de Coronacrisis dreigen heel wat ondernemingen in liquiditeitsproblemen te komen en als steun heeft onze regering een aantal maatregelen ingevoerd om de bittere pil voor hen enigszins te verzachten. We kennen ondertussen allemaal reeds de hinderpremie, de compensatiepremie, de uitbreiding van de Vlaamse Winwinlening, …

Een nieuwkomer uit de Wetstraat is de tijdelijke Tax Shelter voor kleine vennootschappen wiens omzet is gedaald met minstens 30% gedurende de periode van 14 maart 2020 tot en met 30 april 2020. Wie inschrijft op een kapitaalverhoging tussen 14 maart en 31 december van dit jaar, kan aldus genieten van een belastingvermindering in diens aangifte personenbelasting voor inkomstenjaar 2020. Interessant aan deze maatregel is alvast dat u als bedrijfsleider zelf mee kan genieten van dit mooie voordeel…

Algemene voorwaarden opdat het gestorte kapitaal in aanmerking komt

De belastingvermindering kan worden genoten voor een inschrijving op nieuwe aandelen op naam die een fractie van het maatschappelijk kapitaal (NV) of de inbreng (BV, CV, VOF, CommV) van de vennootschap vertegenwoordigen. De inschrijving dient daarbij te gebeuren n.a.v. een kapitaalverhoging van de vennootschap gedurende de periode van 14 maart tot en met 31 december van dit jaar. Verder is het van belang dat de vennootschap – op geconsolideerde basis – als klein kan worden beschouwd. Niet meer dan één van de volgende criteria mogen op
balansdatum van het laatste afgesloten boekjaar aldus worden overschreden:

  • Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
  • Jaaromzet exclusief Btw: € 9.000.000,00
  • Balanstotaal: € 4.500.000,00.

Er dient bovendien sprake te zijn van een omzetdaling van minstens 30% tussen 14 maart 2020 en 30 april 2020 en dat ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar. Wanneer het om een startende vennootschap gaat, moet de omzet van voormelde referentieperiode worden vergeleken met de omzet die werd vooropgesteld in het financieel plan bij oprichting.

Voorwaarden waaraan de in aanmerking komende vennootschap moet voldoen

Niet zomaar elke recent opgerichte of bestaande vennootschap komt in aanmerking voor de gunstmaatregel. De volgende vennootschappen worden alvast uitgesloten:

  • Beleggings-, thesaurie- of financieringsvennootschappen;
  • Vennootschappen die een deelneming aanhouden gevestigd in een belastingparadijs of indien zij betalingen doen aan vennootschappen gevestigd in een belastingparadijs voor meer dan € 100.000,00 en die niet voldoen aan rechtmatige financiële of economische behoeften;
  • Vennootschappen die hun inkomsten voornamelijk halen uit bestuurs- en/of managementvergoedingen of zijn opgericht met het oog op het afsluiten van een management- of bestuurdersovereenkomst;
  • Beursgenoteerde vennootschappen;
  • Vennootschappen die de ontvangen gelden gebruiken voor de uitkering van dividenden, een kapitaalvermindering of de aankoop van (eigen) aandelen of het verstrekken van leningen;
  • Ondernemingen die reeds in moeilijkheden zaten op het moment van uitbraak van de pandemie (vennootschappen in vereffening, gerechtelijke reorganisatie, netto-actief gedaald tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal);
  • Vennootschappen met als statutair hoofddoel, of als voornaamste activiteit, de oprichting, verwerving, beheer, verhuur, verkoop, … van vastgoed voor eigen rekening;
  • Vennootschappen met onroerende goederen waarin het bestuursorgaan (of hun echtgeno(o)t(e) en minderjarige kinderen) woonachtig is.

De inbreng die kwalificeert onder het Tax Shelter-mechanisme mag bovendien maximaal € 250.000,00 bedragen. Uiteraard kan het bestuursorgaan van de vennootschap daarnaast nog in andere vormen van financiering voorzien.

Dit maximumbedrag staat los van de gelijkaardige bedragen die gelden voor de belastingvermindering voor de verwerving van aandelen van startende ondernemingen of groeibedrijven. Cumulatie van deze mechanismen is dus mogelijk.

Wat de aandelen betreft moeten deze nieuw zijn uitgegeven (dus via kapitaalverhoging) op naam, een inbreng in geld vertegenwoordigen en moeten zij uiterlijk op 31 december 2020 worden volstort.

Omdat het de bedoeling is om de vennootschap te voorzien van vers kapitaal (in geld), wordt een specifieke antimisbruikbepaling ingevoerd. Zo mogen er geen liquiditeiten van de vennootschap zelf worden gebruikt (voorafgaande lening uit de vennootschap aan de bedrijfsleider, voorafgaande terugbetaling rekening courant, …) om de kapitaalverhoging
door te voeren.

Een belastingvermindering van 20% voor inkomstenjaar 2020

Wat de maatregel interessant maakt, is uiteraard de belastingvermindering van 20% waarvan natuurlijke personen, die van bovenstaande regeling gebruik maken, kunnen genieten. Het bedrag dat kan worden verleend, is beperkt tot € 100.000,00. In geval van een gemeenschappelijke aanslag bij gehuwden of wettelijk samenwonende partners, kan elke echtgeno(o)t(e) of partner aanspraak maken op het fiscale voordeel voor de stortingen die hij of zij heeft verricht. De belastingvermindering is niet terugbetaalbaar bij onvoldoende belastingen op andere inkomsten voor inkomstenjaar 2020. In dat geval voorziet de wet in een overdracht naar de volgende drie belastbare tijdperken.

De genoten belastingvermindering wordt slechts definitief verworven op voorwaarde dat de verkregen aandelen gedurende de volgende 60 maanden worden behouden. Bij vroegtijdige vervreemding (tenzij ingevolge overlijden), dient er een terugstorting te gebeuren van de initieel genoten belastingvermindering à rato van het aantal maanden dewelke nog niet zijn verstreken binnen deze vijfjarige termijn.

De belastingvermindering is niet van toepassing voor het verwerven van aandelen waardoor de belastingplichtige meer dan 30% van het maatschappelijke kapitaal bekomt. De vermindering wordt dan afgetopt tot 30% van het totaal. Aangezien de meeste bedrijfsleiders de meerderheid van de aandelen in hun eigen vennootschap bezitten, is dit enigszins een domper op de feestvreugde.

Het bestuursorgaan kan meegenieten

In tegenstelling tot het Tax Shelter-mechanisme voor startende vennootschappen of groeibedrijven, komen de bestuurders van de vennootschap eveneens in aanmerking om te kunnen genieten van de belastingvermindering. Dit levert uiteraard opportuniteiten op voor bedrijfsleiders van bestaande vennootschappen. Wanneer zij vandaag kapitaal uit hun privévermogen verstrekken aan “hun” vennootschap, gebeurt dat immers vaak via een (achtergestelde) lening of via een storting op hun rekening-courant omdat ze dan kunnen genieten van een mooie rentevergoeding. Maar op die toegekende rente is er 30% roerende voorheffing verschuldigd. Deze wordt weliswaar grotendeels gerecupereerd doordat de interesten fiscaal aftrekbaar zijn indien bepaalde grenzen (marktrente (4,06% vanaf 2020 voor leningen zonder welbepaalde looptijd) en belaste reserves bij het begin van het boekjaar verhoogd met fiscaal gestort kapitaal op het einde van het boekjaar) niet worden overschreden maar door de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting is dit minder interessant geworden.

Bij de belastingvermindering van 20% bij het Tax Shelter-mechanisme inzake Corona ligt dat anders: daar geniet je op basis hiervan een zuivere 4% nettorendement per jaar indien je die 20% belastingvermindering uitsmeert over de houdtermijn van 5 jaar van de aandelen.

Uit het leven gegrepen

Koen is de trotse bestuurder van een reisbureau waarin hij slechts 10% van de aandelen bezit. Door de Coronacrisis zijn heel wat reizen geannuleerd en is de omzet aanzienlijk gedaald sedert midden maart. De externe investeerders met 90% van de aandelen in bezit, wensen de handdoek in de ring te gooien maar Koen wil niet weten van opgeven. Hij kan zijn beste vrienden Joeri en Gunter overtuigen dat de vennootschap kan overleven mits een kapitaalverhoging van € 100.000,00 waarop als volgt wordt ingetekend:

Koen: € 50.000,00
Joeri: € 25.000,00
Gunter: € 25.000,00

Bij de kapitaalverhoging worden er 4.000 nieuwe aandelen gecreëerd bovenop de bestaande 1.000. Koen zijn percentage stijgt van 10% naar 42% na de transactie. Slechts 1.400 van zijn 2.000 aandelen die hij verkrijgt n.a.v. de transactie, komen in aanmerking voor de belastingvermindering aangezien hij reeds 100 aandelen bezit en bij 1.500 aandelen de grens van 30% wordt overschreden en het surplus aan aandelen geen belastingvermindering meer oplevert.

De drie vrienden genieten in dit geval de volgende belastingvermindering voor inkomstenjaar 2020 in de veronderstelling dat ze in een gemeente wonen met een aanvullende gemeentebelasting van 7%:

Koen: € 50.000,00 x 1.400/2.000 x 20% x 1,07 = € 7.490,00
Joeri: € 25.000,00 x 20% x 1,07 = € 5.350,00
Gunter: € 25.000,00 x 20% x 1,07 = € 5.350,00

De 3 vrienden lopen uiteraard het risico om hun inleg integraal te verliezen indien de vennootschap alsnog kopje ondergaat. Maar in dit doemscenario verliezen Gunter en Joeri uiteindelijk “slechts” 78,60% van hun inleg aangezien ze een deel van hun investering onmiddellijk hebben terugverdiend via de belastingvermindering in hun aangifte personenbelasting. Wordt het project toch een succes dan kunnen ze op (middel)lange termijn dividenden ontvangen aan het verlaagd tarief van 15% roerende voorheffing of kunnen ze een (voorlopig?) belastingvrije meerwaarde
realiseren bij verkoop van de aandelen.

We kunnen niet anders dan besluiten dat deze nieuwe maatregel van de regering zeker de moeite loont om te bekijken indien de vennootschap nood heeft aan liquiditeiten om deze crisisperiode te overbruggen. Als bedrijfsleider kan u bovendien een deel van uw inleg recupereren via uw aangifte personenbelasting.

Auteur:Bart Vermoesen (3 augustus 2020)