Met de conformering van vennootschappen aan het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen, en het verplichte bezoek aan de notaris dat daarmee gepaard gaat, is het wellicht een goed moment om ook uw huwelijkscontract eens onder de loep te nemen. Of, mocht dit er niet zijn, er eventueel één aan uw huwelijksvermogenstelstel toe te voegen.
Zo kunnen oudere huwelijkscontracten wel eens baat hebben bij een revisie. In het verleden was de zogeheten ‘langst leeft, al heeft-clausule’ (ook gekend als ‘verblijvingsbeding’) bijzonder populair in huwelijkscontracten. Deze clausule zorgde voor zekerheid in tijden waar echtgenoten nog niet automatisch elkaars erfgenaam waren. Op vandaag zijn dergelijke clausules evenwel achterhaald. Sterker nog, een klassieke ‘langst leeft, al heeft-clausule’ kan fiscaal duur uitpakken, omdat de fiscus de helft van het gemeenschappelijk vermogen dubbel belast: eerst bij overgang naar de langstlevende partner en vervolgens wanneer de kinderen erven.
Om die reden kan het wel eens nuttig zijn om een dergelijke klassieke ‘langst leeft, al heeft-clausule’ te vervangen door een ‘keuzebeding’ (ook wel ‘optioneel beding’ genoemd), zijnde de facultatieve variant ervan. Maar even goed zijn zij zonder huwelijkscontract gebaat bij de toevoeging van een ‘keuzebeding’. In tegenstelling tot de klassieke ‘langst leeft, al heeft-clausule’ kan de overlevende partner bij een keuzebeding zelf bepalen welke eigendommen hij of zij naar zich wenst toe te trekken uit de gemeenschappelijke bezittingen. De overige goederen worden vererfd volgens de gewone wettelijke (en fiscaal voordeligere) devolutie: de langstlevende partner erft het vruchtgebruik, terwijl de kinderen de blote eigendom krijgen. Wanneer de langstlevende overlijdt, vervalt het vruchtgebruik en worden de kinderen automatisch volledige eigenaars. Er is dan geen tweede keer erfbelasting verschuldigd over het deel waarover de langstlevende partner al belasting heeft betaald.
Een dergelijk keuzebeding laat de langstlevende toe om te kiezen voor de optie die hem of haar op dat ogenblik fiscaal of familiaal het beste uitkomt. Bovendien laat een keuzebeding ook toe beter in te spelen op de fiscale regeling rond de gezinswoning. Vermits de vererving van de gezinswoning tussen echtgenoten vrijgesteld is van erfbelasting, zou de langstlevende echtgenoot bijvoorbeeld kunnen beslissen om de gezinswoning in volle eigendom naar zich toe te trekken, om deze vervolgens te verkopen en de verkoopprijs (geheel of gedeeltelijk) fiscaalvriendelijk te schenken aan de kinderen.