De wetgever heeft mooi bepaald welk bedrag u volgens hem als fictief inkomen geniet wanneer u gratis de beschikking heeft over een woning, wagen, GSM, PC,… Wij fiscalisten volgden dat braaf. De regering Di Rupo maakte dat we ons ferm verslikten toen hij die bedragen onder steroïden zette, maar een regering later kwam de rede terug en dommelde onze vechtlust weer in. Deze gouden tijden lijken nu voorbij: niet alleen valt de fiscus in verspreide slagorde haar eigen regels aan (“We verwerpen de kosten van die villa tóch!”, “We
zouden graag het verschil tussen de kosten en het VAA in de personenbelasting erbij kwakken”, en dies ongure oprispingen meer…). Maar nu heeft een belastingplichtige ook gelijk gehaald in verband met het (ontiegelijk) hoog intrestpercentage voor lopende rekeningen debet. Dat is 8,94% en de man in kwestie vond 4,5% al genoeg. Daarop zei de rechter: “Ge hebt gelijk, jong!”. Nu is de Minister van Financiën (lees: de Administratie) aan het nadenken of ze ook systematisch de forfaitaire bedragen van het VAA vogelvrij gaat verklaren. ’t Zal
wel nog even duren voor we dat gaan weten (al is het maar omdat we denken dat het besluit meedelen iets zal zijn voor de volgende Minister van Financiën), maar als u in de fiscaliteit een houvast zal zoeken in de toekomst, zal het toch niet in de afdeling “VAA” zijn, vrezen we…