Skip to main content
Legal

Onrechtmatige bedingen in B2B contracten: een nieuw level playing field voor ondernemingen

By 2 maart 2021No Comments

Ondernemingen die niet voor onaangename verassingen willen staan, besteden best voldoende aandacht aan hun contracten en algemene voorwaarden. Voor de redactie van overeenkomsten tussen consumenten en ondernemingen (B2C) was al bijzondere aandacht vereist. Op 1 december 2020 trad echter een nieuwe wet in werking waardoor onrechtmatige bedingen ook hun weg vinden in professionele relaties. Door de coronacrisis verloren wellicht heel wat ondernemingen deze nieuwe wet uit het oog. Hierna vatten wij de kernprincipes kort voor u samen.

Doel
De nieuwe wet beoogt het contractueel evenwicht in B2B-relaties te vrijwaren en huldigt het principe dat ook in B2B-relaties contractuele clausules die een kennelijk onevenwicht creëren tussen professionele contractpartijen, onrechtmatig en nietig zijn. Een belangrijke beperking van de contractvrijheid tussen ondernemingen onderling, dus.

Toepassingsgebied
De nieuwe regels zijn van toepassing op alle ondernemingen, ongeacht de aard van hun activiteit of grootte. Enkel voor – hoe kan het ook anders – financiële diensten en overheidsopdrachten zijn de bepalingen inzake onrechtmatige B2B-bedingen niet van toepassing.

De wet is dus van toepassing op:

  • Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent (bv. een eenmanszaak, een bestuurder van een vennootschap, …);
  • Iedere rechtspersoon: elke vennootschap, maar ook elke vereniging en stichting;
  • Iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid (bv. de maatschap).

De nieuwe wet is van toepassing op alle contractuele verhoudingen tussen ondernemingen. Het gaat daarbij niet enkel om bedingen in algemene verkoop- of aankoopvoorwaarden maar ook om bedingen in allerhande overeenkomsten (bv. handelsagentuur, managementovereenkomsten, distributie, IT-contracten, franchise, commissiecontracten, makelaarscontracten, cessie van schuldvordering, dading, …).

Vanaf wanneer?
De nieuwe wet is van toepassing op overeenkomsten tussen ondernemingen gesloten, gewijzigd of vernieuwd na 1 december 2020. Een verlenging van een overeenkomst kan ook als een wijziging worden beschouwd. Alle hens aan dek dus om actie te ondernemen.

Overeenkomsten die nog lopen op de datum van de inwerkingtreding worden niet geviseerd.

Drieledig verbod

Een algemene toetsingsnorm

Voortaan zal ook in B2B-contracten een contractueel beding onrechtmatig en verboden zijn wanneer het, al dan niet in samenhang met andere bedingen, een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen. De benadeelde onderneming (ongeacht haar grootte) kan een dergelijk onrechtmatig beding laten vernietigen door de rechter. Alle bedingen in B2B-contracten moeten bovendien steeds in duidelijke en begrijpelijke taal worden opgesteld.

Zwarte lijst
Dit algemeen geformuleerd verbod gaat gepaard met twee lijsten van specifieke categorieën van bedingen. De bedingen op de zwarte lijst zijn zonder verdere beoordeling onrechtmatig en verboden. Het weerleggen van het onrechtmatig karakter is niet mogelijk.

Volgende bedingen zijn onrechtmatig en nietig:

  • u bent gebonden aan een contract, terwijl uw medecontractant zijn verbintenis afhankelijk maakt van zijn eigen wil;
    Voorbeeld: uw onderneming plaatst een bestelling en de leverancier geeft in zijn algemene voorwaarden aan dat de bestelling pas definitief is van zodra de directie de bestelling goedkeurt;
  • slechts één partij heeft het recht om een beding van de overeenkomst te interpreteren;
    Voorbeeld: in de algemene voorwaarden wordt voorzien dat de overeenkomst een einde neemt in geval van overmacht, doch uw medecontractant behoudt zich exclusief de mogelijkheid voor om te beoordelen in welke       gevallen er sprake is van overmacht;
  • clausules die bepalen dat uw onderneming in geval van een geschil afziet van gerechtelijke stappen tegen uw medecontractant;
    Voorbeeld: een clausule die u zou verbieden deel te nemen aan een vordering tot collectief herstel;
  • op onweerlegbare wijze de kennisname of de aanvaarding van de andere partij vast te stellen met bedingen waarvan deze niet daadwerkelijk kennis heeft kunnen nemen vóór het sluiten van de overeenkomst;
    Voorbeeld: een clausule die aangeeft dat u de algemene voorwaarden heeft aanvaard, ook al werden die niet vóór het sluiten van de overeenkomst aan u gecommuniceerd.

Voorzien uw contracten of algemene voorwaarden in bedingen die op de zwarte lijst voorkomen, dan is het best dat u deze schrapt.

Grijze lijst
Naast een zwarte lijst, bevat de B2B-wet dus ook een grijze lijst van bedingen die worden vermoed onrechtmatig en verboden te zijn. Dat vermoeden is wel weerlegbaar. Een partij kan dus het tegenbewijs leveren dat een beding in een concreet geval niet onrechtmatig is. Maar hoe levert men dat bewijs? De wet zwijgt in alle talen, maar de parlementaire voorbereiding bevestigt dat moet worden aangetoond dat het beding geen kennelijk onevenwicht tussen de rechten en verplichtingen van de partijen creëert. Het komt er dus op neer om de rechter te overtuigen dat het concrete beding niet onrechtmatig is. De feitelijke elementen en het buikgevoel van de rechter zullen de doorslag geven. Onzekerheid troef dus.

Volgende bedingen zijn vermoedelijk onrechtmatig (tegenbewijs is mogelijk):

  • aan één partij het recht verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen;
    Voorbeeld: uw medecontractant mag zonder opgave van redenen de prijs van haar lopende diensten eenzijdig wijzigen;
  • een overeenkomst van bepaalde duur stilzwijgend te verlengen of te vernieuwen, zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
    Voorbeeld: u heeft een éé njarig abonnement op een juridisch tijdschrift waarbij het contract voorziet in een automatische verlenging van het abonnement, zonder dat die verlenging kan worden opgezegd;
  • zonder tegenprestatie het economische risico op een partij leggen indien die normaliter op de andere onderneming of op een andere partij bij de overeenkomst rust;
    Voorbeeld: een verkoper die het risico van diefstal moet dragen na levering van het goed, zonder enige tegenprestatie;
  • op ongepaste wijze de wettelijke rechten van een partij uit te sluiten of te beperken in geval van volledige of gedeelde wanprestatie of gebrekkige uitvoering door de andere onderneming van een van haar contractuele verplichtingen;
    Voorbeeld: bedingen die voorzien in de levering van technologische diensten “zoals ze zijn” of “volgens beschikbaarheid”, waardoor de aansprakelijkheid van de medecontractant in geval van niet-functioneren wordt           beperkt;
  • onverminderd artikel 1184 van het Burgerlijk Wetboek, de partijen te verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
    Voorbeeld: een langdurig contract waarbij geen of geen redelijke opzegtermijn mogelijk is. Terecht kan – zeker voor wat betreft deze bedingen – de vraag gesteld worden of dergelijke verregaande inmenging van de             wetgever in B2B-contracten wel wenselijk is;
  • de onderneming te ontslaan van haar aansprakelijkheid voor haar opzet, haar zware fout of voor die van haar aangestelden of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst uitmaken;
    Voorbeeld: een architect bepaalt in zijn contract dat zijn wettelijke controletaak zich beperkt tot een periodiek bezoek aan het bouwterrein;
  • de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen te beperken;
    Voorbeeld: een contract bepaalt dat in geval van een gerezen geschil tussen de dienstverlener en de dienstafnemer alleen documenten die de dienstverlener heeft uitgegeven als bewijs tegen haar mogen worden                     aangewend;
  • in geval van niet-uitvoering of vertraging in de uitvoering van de verbintenissen van de andere partij, schadevergoedingsbedragen vast te stellen die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming kan worden geleden;
    Voorbeeld: clausules die bepalen dat een forfaitair bedrag van 20 % van het onbetaalde bedrag verschuldigd is, gecumuleerd met een bedrag van 30 euro per aanmaning, en een vertragingsrente. Dergelijk beding is             onrechtmatig voor zover de schadevergoeding duidelijk (‘kennelijk’) hoger is dan de werkelijk geleden schade.

Sanctie
De Economische Inspectie kan de naleving van de wet controleren.

Wordt uw onderneming geconfronteerd met een onrechtmatig beding, dan zal zij gerechtelijke stappen moeten ondernemen. Wordt het beding aan de hand van de algemene toetsingsnorm, dan wel op basis van de zwarte of de grijze lijst als onrechtmatig bevonden door de rechter, dan is het beding nietig. Het beding zal dus als niet-geschreven worden beschouwd. De rest van de overeenkomst blijft in beginsel bindend voor partijen, op voorwaarde dat de overeenkomst zonder het onrechtmatige beding kan blijven voortbestaan. De rechter kan ook een schadevergoeding toekennen voor de geleden schade.

Ook een strafrechtelijke klacht indienen bij de Procureur des Konings of de onderzoeksrechter is mogelijk. De procureur of de onderzoeksrechter kan een onderzoek instellen tegen het bedrijf dat zich schuldig maakt aan onrechtmatige bedingen.

De eenvoudigste oplossing is nog steeds de minnelijke weg: uw medecontractant informeren over het onrechtmatig beding (ongeldigheid van het contract, ongeldigheid van het bewuste beding, mogelijke schadeloosstelling voor het verleden). Gaat uw zakenpartner akkoord dan vindt het probleem snel en goedkoop een oplossing.

Conclusie
Het valt nog af te wachten hoe de rechtbanken deze nieuwe wetgeving in de praktijk zullen toepassen. De rechters beschikken namelijk over een ruime beoordelingsmarge. Een check van uw contracten en algemene voorwaarden conform deze nieuwe wetgeving is hoe dan ook aangewezen. Bedingen die onder de zwarte lijst vallen, schrapt u best uit uw algemene voorwaarden en andere contracten. Voorzien uw overeenkomsten bedingen die op de grijze lijst voorkomen, dan doet u er goed aan om in de overeenkomst zelf al uit te leggen waarom het beding volgens de partijen wél evenwichtig is.

Auteur: Megi Rroki (1 maart 2021)